Het is een beetje een kinderachtig woord, vind ik. Bazig. En het heeft een wat nare ondertoon vanuit traditie. Mannen en bazig gaan goed samen, maar vrouwen en de baas spelen, dat is niet vrouwelijk. Niet sierlijk en niet lief, zit diep in onze ingeprente overtuigingen.

Glazenwasser

Ik had sinds jaar en dag een glazenwasser. Een wat eigenzinnige man, die het eerste liefje van mijn dochter agressief om loon vroeg, toen hij aanbelde en ik niet thuis was. Het jong van 15 was erg verbouwereerd maar had geen geld op zak. Later vroeg de vakman mij ten dans, toen ik de muziek lekker swingend en hard had staan bij het kuisen van het huis. Ooit deed ik samen met mijn eerste huisgenote Marise de schoonmaak van onze flat in Leeuwarden in de Fruitstraat op ‘Streetlife’. Ik poets nu mijn eenpersoonshuishouden tussen andere bedrijven door, een stimulerend muziekje heb ik niet meer nodig.

Glazenwasser belde me de avond voor zijn rondgang in onze straat op, om te vertellen dat hij kwam, zodat ik zijn geld in een envelopje buiten kon klaarleggen en de screens omhoog kon doen voor zijn lapperij. Voor mij had deze afspraak vooral als nut dat ik niet schrok van zijn plotselinge aanwezigheid op mijn balkon, terwijl ik nog in ochtendjas aan tafel zat. Ik kon mij gewaarschuwd uit de voeten maken.

Dat ging jaren goed, totdat ik met mijn Bed & Breakfast begon. Er zat een jonge Engelse meid en zij was aan het werk. Ik meen dat zij historisch onderzoek deed of zo. De wasser belde als vanouds en ik riep NEE, dat kan echt niet hoor. Zij gaat zich te pletter schrikken. Vervolgens zag ik de man meerdere weken mijn huis overslaan bij zijn rondgang. Op enig moment was ik in de gelegenheid om hem op de ladder bij de buren aan te spreken. Ja zei hij, ik dacht ze zal het vanzelf wel merken. Mijn zorg voor de Engelse gast was door hem als een belediging opgevat. En zo is het gekomen dat mijn ruiten vergroenen.

Wat heeft jij hard gewerkt

De afgelopen zondagmiddagen gaf ik opstellingen op Bonaire. 5 vrouwen in de ontruimde huiskamer van mijn maatje daar op Bonaire. Ik leerde haar kennen bij een huizenruil, toen zij mij deze zomer wegwijs maakte in het huis van haar buren, die in mijn huis hun zoon gingen installeren voor zijn studie in Groningen. Op de veranda van mijn tijdelijke buuv gaf ik lezingen numerologie. We werden vrienden, zakelijke partners en een creatief borrelend duo. Meike is Duits van origine en in de echt verbonden met een Brabander en zo heeft ze zich het Nederlands eigen gemaakt, met af en toe een charmante tongval. Terug naar de zondagen, het experiment. Bonaire hongerde naar familieopstellingen, wist Meike. De pioniersgroep bleek te bestaan uit 5 dames met hoge verwachtingen en weinig tot geen voorkennis van de methode.

De kop eraf en korte metten

De eerste zondag ging de kop er af. Beproeven wie is wie en wat kan er online? Al struikelend en weer opstaan ontstond het beeld. Om de tweede zondag zonder terughoudendheid een orde te maken waarbinnen gewerkt kon worden. Streng was ik, korte metten met slopende uitstapjes. Met god zij dank glanzende resultaten. ‘Wat heeft jij hard gewerkt’ zei Meike na afloop.

Op de mat

In crisis bazig zijn, werkt. Soms moet je voor jezelf gaan staan, als er aan je grenzen wordt geknabbeld of er moedwillig over heen gegaan wordt. Knabbelen geeft nog de optie tot lichtvoetig en met een grap de ander te waarschuwen, zodat je beiden omwille van de relatie schuift naar vrede. Vluchten, vechten of bevriezen, dat doen we in crisis. Nog een enkele keer wil iemand mij op de mat trekken, in jongere jaren was ik daartoe graag bereid. Een robbertje dispuut…welkom, mouwen omhoog! Het stadium van een kwinkslag voorbij. Een duidelijke grens stellen, ook al springt de ander hoog of laag. Ik werd onlangs zelfs bedreigd door een wel heel agressieve man. Die heb ik diplomatiek laten winnen, zodat ik van hem af was.

‘Je bent Jezus niet’ hoor ik wijlen Jan Laureijsen, mijn leraar numerologie relativeren. Mijn springlevende oudste collega ever (80!) Wouter zegt: ‘Maar je kunt het toch op zijn minst proberen?’