Nergens mijn leesbril te bekennen en uiteindelijk kom ik um tegen in de koelkast of op de plank bij de onderbroeken. Ik had mijn oppashondje een paar dagen te logeren en dan is inmiddels het gebruik om na een avondje bankhangen nog even een laatste ommetje langs het Reitdiep te doen om de blaas te ledigen opdat zij het trekt tot de volgende ochtend. We lopen naar beneden en ik steek de sleutel in de jaszak en we doen ons ding om bij thuiskomst te bemerken dat het de sleutel van de auto was en niet die van de voordeur. Oef.

Elf

Gelukkig heb ik een sleutellocker bij de voordeur hangen en de buitenlamp dit maal es aangedaan, dus de oplossing ligt voorhanden. Maar de bril ligt in de koelkast. Amai. Op de tast en ongeveer gokkend met de code half paraat kom ik een heel eind, dat voel je aan het in het gelid komen. Maar het volstaat net niet. En nu dan? Het is twintig over tien en het licht brandt nog bij de buren op nummer elf. Elf is een sprankelend getal, dat weet iedereen die een beetje thuis in de magie van de getallen.

Hond jammert

Dus ik durf en bel aan. Hondje verbijsterd en zacht jammerend naast me want die verwacht haar avonddis. Wat flikt sugar-auntie nou? Buurman doet open. Ik vraag om een leesbril en leg vervolgens uit. Hij grijnst met leedvermaak, doet bereidwillig de zijne af. Ik ga ermee naar de buren, mijn huis. Maar hij doet het niet voor mij, ik zie nog steeds nada noppes. De buurvrouw komt erbij in hun voordeur en geeft haar bril, die zou iets sterker zijn. Maar nog niet toereikend voor mij. Mag ik jouw ogen dan even lenen, maak ik gebruik van mijn gevleugelde vraag aan een jongere medemens bij Appie als ik de ingredienten niet kan lezen op een etiket, omdat mijn bril niet bij de hand is. Ze lacht en loopt mee en bij mijn tweede suggestie (het laatste en eerste getal moeten omgedraaid) springt de kluis open en kan ik bij de reservesleutel. Joepie, het hondenkind kan haar avondmaal verorberen en erna kunnen we naar bed.

Burenliefde

Mijn buren en ik zijn goeie buren. We lopen de deur niet plat bij elkaar, weten niks van wie wanneer jarig is, maar vinden elkaar voor oppas op huis en haard. En als er ergens kabaal is overleggen we. Als de een de herkomst niet weet, weet de ander het wel. ‘Het is de zoon van nummer huppeldepup die feestjes geeft terwijl zijn ouders op vakantie zijn. ‘ Even tanden op elkaar, de ellende gaat voorbij. Offeh neem nu onze achterburen met hun jacuzzi waar wij op uit kijken. Het is een bijzonder toeval hoe het stel elkaar een aantal jaren her heeft gevonden. Op elk potje past echt een deksel. Het zijn volgens de doorsnee norm niet de meest appetijtelijke mensen en buuf en ik verstaan met een kwinkslag elkaar als we verzuchten blij te zijn met het GAMMA-schuttingdeel, dat kort na het speelwaterbad werd geplaatst om het spetterende genot van de prille geliefden te onttrekken aan glurende ogen. Dat willen wij niet meemaken, zo’n aanblik vergeet je niet.