In een roetsjvaart haal ik een vrachtje boodschappen terwijl mijn dochter en haar liefste in de auto op mij wachten. Als ik instap, realiseer ik me dat ik mijn mobiel kwijt ben. Eerst kind en hondenmeisje en de tas naar huis, beslis ik. Binnen tien minuten ben ik retour en stiefel naar de zelfscankassa’s. Nee daar is ie niet gevonden. Ik ga mijn gangen door Appie na en weet waar het moet zijn gebeurd.

Een cellofaantje

Tussen de dips, spreads en hapjes had ik een nieuw lekkertje bekeken dat uit 2 componenten bestaat, onnozel bijeengehouden door een nog niet beproefd cellofaantje. Het viel op de grond, ik legde mijn mobiel tussen de happerijen en raapte de beide delen op, flanste ze weer tussen het plastic bandje en zette het terug in de vitrine. En liep door. Zonder mobiel.

Tentakel met de wereld kwijt

Ik klamp de medewerkster aan bij de kassa’s, maar zij laat zich niet roeren. Vierkant en stoicijns ziet zij geen opties. Een jongere collega van haar, staat er anders in. Hij hoort mijn verhaal en wil zijn collega in de backoffice inschakelen, die kan in de cameraopnamen. De vierkante stribbelt tegen, hier kunnen we het management toch niet voor storen? Het jong meent van wel. Ik ga achter het jong staan en wij winnen van de starheid. De backoffice-collega gaat speuren, binnen de door mij geschatte tijdsspanne, waarop mijn tentakel-met-de-wereld van eigenaar moet zijn gehopt.

Manager Maarten

Ondertussen ga ik naar huis, waar ik een uurtje later met de mobiel van mijn dochter de medewerkster vertel hoe en waar een en ander heeft plaatsgevonden en jaaa een gelukkie, op het betreffende gangpad tussen vis en reformproducten hangt een camera met zicht op de bewuste vitrine. Zij krijgt mij in beeld en heeft gezien wat er gebeurde maar dat is blijkbaar aan het hogere management hoe dit te communiceren. De volgende dag wordt ik gebeld door Maarten en als een rechercheur doet hij mij uit de doeken dat er vlak na mijn gefreubel tussen de beide componenten, een man zich liet zien en mijn mobiel tot zich heeft genomen. De schurk. Manager Maarten adviseert me aangifte te doen bij de politie, zij kunnen binnen twee weken de beelden opvragen. Erna worden ze gewist.

Aangifte

Een leven zonder mobiel is niet meer denkbaar. Alles doen we er mee. Zelfs de aangifte bij de politie. Dat moet namelijk digitaal en met DIGID, staat bij mij op mijn phone. Camerabeelden die na twee weken worden gewist, ik vermoed dat ik wat pepertjes moet strooien om dat voor elkaar te krijgen bij de nazaten van Bromsnor. Dus ik bel en vertel de overheidsdienaar hoe de vork in des steel zit en dat my case niet pas over 3 maanden boven mag komen drijven. Hij zegt dat wanneer ik meteen digitaal die aangifte regel, hij er vaart achter gaat zetten. En dat doe ik, met het DIGID van mijn dochter, want anders gaat het niet. Raar toch?

Back to bizz

Ondertussen heb ik mijn oude mobiel weer tot leven gewekt. Ik mis bijna een jaar aan whatsapp en vele foto’s. Verder is het een gedoe om alles weer te actualiseren, maar het lukt. De laatste appjes met een dierbare vriend die is overleden, staan er gelukkig nog op. En een audio-opname die me aan het hart ligt gelukkig ook. Ik ben weer in the air.

Anderhalve week later bel ik met manager Maarten. Geen spoor van actie door de politie. Een camerabeeld is geen heterdaadje en komt dus niet boven op de stapel van te blussen brandjes. Maarten en ik zijn hevig teleurgesteld in onze rechtstaat.